Gilbert-Els.reismee.nl

Ons allerlaatste verhaal helaas!

Na cape Reinga kunnen we alleen maar zuidwaarts trekken. Deze tocht eindigt onvermijdelijk bij Auckland, eindpunt van onze reis in NZ. Maar niet nadat we nog een paar leuke omzwervingen hebben gemaakt, hoofdzakelijk langs de westkust.

Eerst en vooral is daar Ahipara, een klein gehuchtje aan de westkust, beginpunt van de “ 90 miles beach”. Bij laag water kan men (met een SUV) ongeveer 100km over het strand rijden richting cape Reinga langs hoge duinen en zonder bebouwing tegen te komen. Wij hebben er een lange, eenzame en verfrissende wandeling gemaakt. Urenlang, uiteindelijk bij ondergaande zon, alleen met elkaar, de zee en de meeuwen. Wat was dat prachtig!

De volgende dag bracht ons via kleine weggetjes naar Opononi . Het leuke was dat we een kleine veerpont nodig hadden om een langgerekte baai over te steken. Het deed ons zowaar aan de gezellige Zeeuwse ponten terug denken. Bij de landingsplaats werd onze aandacht getrokken door een café dat op palen aan de oever van de baai stond. Daar hebben we het lekkerste zelfgemaakte gebak van NZ geproefd. De terreur van de weegschaal begint toch pas ná de vakantie.

Vanaf onze afgeleefde camping aan de baai van Opononi konden we de Maori observeren die aan het oefenen waren met hun zelfgebouwde kano’s. De coördinatie was nog voor verbetering vatbaar, vonden ze zelf blijkbaar ook want de sessie was snel klaar.

Ons natuurminnend hart hebben we kunnen laven in “ Waipoua forest “ , een stuk regenwoud waar veel Kauri bomen staan. Flinke knapen, komen alleen in Nieuw Zeeland voor maar zijn onderhand zeer kwetsbaar. ( een meer voorkomend probleem in NZ). De grootste kauri die wij gezien hebben had een omtrek van 16 m en een leeftijd van +/- 2000 jaar. Een imponerend stukje natuur.

De dag eindigde op een camping, aan zee uiteraard, waarvan de uitbaatster nederlandse roots had en nog behoorlijk nederlands praatte. Daar hebben we er al heel wat van ontmoet ondertussen.

Een lange rit heeft ons nu echt in de buurt van Auckland gebracht, maar we blijven hardnekkig aan zee kamperen. We zijn er nog niet klaar mee. Hebben wel een ommetje gemaakt om een ranch te bezoeken waar macadamia noten verbouwd worden. De ene helft van dit reizend echtpaar zou de vakantie als mislukt beschouwd hebben als dit bezoek voor de derde maal de mist zou zijn ingegaan.

Gelukkig was bezoek mogelijk. De ranch was ondertussen in handen van Chinezen, half vervallen maar wel in bezit van een verkooppunt waar duidelijk bleek dat Chinezen goed kunnen rekenen.

De camping aan het surfstrand beviel zo goed dat we nog een extra dagje bijgeboekt hebben. Tientallen (golf)surfers in zee, van heel jong tot oud. Een populaire sport, letterlijk van vallen en opstaan. Leuk om het een tijdlang te observeren want naast hilarische situaties zijn er ook echte acrobaten te aanschouwen.

Maar de echte reden waarom we naar hier gekomen waren is dat er op de kliffen een grote kolonie “jan van genten” nestelt die vanaf uitkijkpunten goed te observeren is en vrij dicht te benaderen is. Een mooie en sierlijke vogel. Het toeval wil dat de jongen op uitvliegen staan en druk aan het oefenen waren door als bezeten te klapwieken met hun vleugels. Ze hadden zo kunnen opstijgen. Helaas wilde het nog niet lukken.

Verplaatsing naar de Karekare beach, waarschijnlijk onze laatste pleisterplaats aan de kust. Het is de buurt waar voor de film “ the piano” de opnames op het strand en in het regenwoud zijn gemaakt. Het bezoek daaraan is voor de dag daarop want in nachtelijke avonturen hebben we geen zin. Blijkt ‘s anderendaags een goed keuze te zijn.

De volgende dag maken we een afdaling via de meest enge, smalle weg van NZ naar het meest woeste strand van NZ. Eenmaal aan begonnen moeten we naar beneden. Keren is onmogelijk. Gewoon hopen dat er geen tegenliggers komen want dan wordt het feest. We hebben geluk.

Het strand is duidelijk herkenbaar als de opnamelocatie voor de film “the piano”. Hoe zij het benodigde materiaal daarvoor daar gebracht hebben mag joost weten.

Leuk om even rond te lopen en afscheid te nemen van de nieuw zeelandse kusten.

Onze route gaat nu naar Auckland, onze laatste pleisterplaats. Vanaf een hoge heuveltop waar een mooie uitspanning staat hebben we een prachtig uitzicht over Auckland. Tijdens twee rondjes hele lekkere koffie en thee hebben we rustig zitten kijken waar we onze laatste rustige dagen in NZ zullen doorbrengen. Een moment van heimwee en tevredenheid.

Dan komt onvermijdelijk onze laatste actieve dag in NZ. We nemen afscheid met een bezoek aan Auckland. Onze camping ligt op loopafstand van het treinstation. De ideale oplossing voor ons want de camper kunnen we nooit parkeren in het centrum van de stad.

De woonhuizen zijn overwegend vrijstaand gebouwd en daardoor is de stad met 1,5 mln inwoners enorm uitgestrekt. En heuvelachtig, want gebouwd op 42 oude vulkanen. Houdt het leven spannend in NZ.

Het havengebied met aansluitend het financiële centrum en de “sky tower” zijn het gezelligst is ons gezegd. De koffie en het gebak zijn er in ieder geval lekker. Omdat onze benenwagen tekenen van vermoeidheid vertoont besluiten we een rondvaart te maken. Best gezellig om vanuit een luie stoel de skyline te bewonderen.

En dan van de skyline naar de skytower, 328m hoog. En om in de sfeer van NZ te blijven heeft men er een paar spannende elementen aan toegevoegd: de bodem van de lift is een glasplaat om al griezelend alvast aan de hoogte te wennen. Ook het uitkijkplatform, 190 m hoog, bevat glazen vloerdelen. Links en rechts wordt voorzIchtig gevoeld of het glas wel sterk genoeg is zoals het badwater op zijn temperatuur getest wordt. Geinig om te zien.

Sommigen trekken lijkbleek weg wanneer ze de kabel zien waaraan de echte durvers naar beneden springen. Ook wij krijgen rillingen.

Maar het uitzicht is grandioos. We hebben er een aardig tijdje vertoefd tot het moment gekomen was voor onze grandioze afsluitende actie: een chique diner in de “ferry building” met uitzicht op de haven. Lekker, feeëriek en gezellig . We vinden het een passende afronding van een prachtige en onvergetelijke reis.

Zoals men hier zegt: so long guys!



Van Coromandel naar het uiterste Noorden

Na ons genoeglijk te hebben ondergedompeld in de wereld van Tolkien en zijn Hobbits, willen we enkele dagen afdwalen van de paden die de haastige tourist volgt met een rondrit op het schiereiland Coromandel. Hier gaat het gewoon om prachtige kustwegen, mooie baaitjes met verleidelijke zandstranden omzoomd door kalkkliffen en dito grotten en rust.

Vooral aan dat laatste hebben we even behoefte na al onze omzwervingen langs smalle bochtige wegen.

Even een pauze nemen, wat zonnen en fotograferen, rustig wandelen langs de stranden en kliffen en lekker uit gaan eten. Er zijn slechtere dingen te bedenken.


Als we het schiereiland verlaten, willen we nog even een kijkje gaan nemen op de “ hot water beach “. Op bepaalde delen van dat strand komt er bij het graven van een put warm water naar boven. Ook een gevolg van de geothermische activiteit in dat gebied. Voorwaarde is dat het laag water is om de geschikte plaatsen te bereiken en dat er niet te veel Duitsers in de buurt zijn want die zijn altijd eerst om een kuil te graven.

Helaas was het hoog water.

Maar we hadden nog iets anders om naar uit te kijken: we zouden vandaag een stuk snelweg van ongeveer 50 km rijden dwars door Auckland heen. Het leek ons een hemels genoegen om de enige snelweg die NZ rijk is te kunnen berijden na 7 weken smalle, bochtige weken. Er was echter ook een keerzijde die wij in Europa maar al te goed kennen, jazeker: “ de file “. Of onze gemiddelde snelheid uiteindelijk zoveel hoger was hebben we niet gecontroleerd, maar we betwijfelen het.

Dus, zo snel als mogelijk opnieuw de kust weggetjes genomen naar de volgende camping toe. ( no. 40 in het rijtje? ) richting de bay of Islands

we rijden Rechtstreeks via Whangarei. We bij de haven uit en daar is toevallig een soort rommelmarktje. Boffen wij even. Twee hele mooie standjes, een met mooie houten kistjes ed en een met mooie glazen sieraden. We kunnen ons beheersen en kopen niks. Goed hoor! Als we verder lopen is er een Schots dansgroepje aan het optreden voor fundraising. Leuk. Terrasje zodat we het goed kunnen zien. Dan boodschappen want we hebben echt niets meer en verder naar Paihia waar we redelijk vroeg in de avond aankomen. Lekker internet dus we kunnen van alles downloaden o.a. een Volkskrantje. Appjes verstuurd etc. Hier blijven we drie nachten. We staan redelijk dicht aan de zee, staat alleen nog een rijtje tenten voor. Niet meer zo druk gelukkig. Je merkt dat hier het seizoen op zijn retour is.
Rustig avondje lekker met klassieke muziek in de camper. Als de zon onder is, wordt het altijd te koud om nog buiten te zitten. Dat is het enige jammere: ‘s morgens en ‘s avonds buiten zitten is er niet bij, veel te fris.

De Bay of islands is eigenlijk een hele grote baai waar diverse grote en kleine eilanden in liggen. De kustlijn wordt daardoor heel uitgestrekt en er is sprake van een opeenvolging van vele kleine baaien.

Met een voetgangersveer zijn we naar één van de grotere eilanden gevaren, Russell, waar heel wat te beleven is, ondermeer omdat het een rol gespeeld heeft in de koloniale oorlog die de Engelsen daar tegen opstandige Maori’s gevoerd hebben. Zo staan daar nog meerdere originele houten gebouwen uit de 19e eeuw, o.a. de oudste katholieke kerk van NZ. met de kogelgaten van die oorlog er nog in. Men gebruikte in die tijd blijkbaar een behoorlijk kaliber want een vinger past makkelijk in zo’n gat. De grafschriften op het kerkhof spraken overigens ook duidelijke taal.

Bovenop een hoge heuveltop staat nog steeds een vlaggenmast die de Maori’s toendertijd meerdere malen hebben neergehaald. Het bezoeken waard want van daaruit krijg je een prachtig uitzicht en overzicht over vele eilanden en baaien.

Voor diegenen die nog een paar muntjes in de kast hebben liggen: er staan daar prachtige houten huizen, type koloniale stijl, al dan niet nieuw of gerenoveerd, te koop. Ruimte, rust en uitzicht gegarandeerd. Ronddwalen via google earth kan, het eiland heet “Russell” in de “Bay of islands”. Wij zijn tevreden met een bescheiden courtage.

In de buurt van onze camping ligt een stukje heilige grond van NZ: Waitangi. Hier werd in 1840 het verdrag ondertekend tussen Engelsen en Maori’s over de verdeling van macht en invloed in NZ. en is de natie gevormd zoals die nu nog bestaat. Over de interpretatie van dat verdrag is men het overigens nog steeds niet volledig eens want de vertaling van het engels naar de taal van de Maori was zeker in die tijd geen sinecure, gebrek aan goede wil daarbij nog daargelaten. Feit is wel dat er nog steeds herstelbetalingen gaande zijn die nu het miljard al ruim hebben overschreden.

Het park is mooi opgebouwd en biedt ook uitzicht op de baai. Bekwame gids die ook wist dat de naam Nieuw Zeeland via Abel Tasman uiteindelijk afkomstig is van het nederlandse “Zeeland”. Na zijn vraag of er Zeeuwen tussen het publiek zaten kon de man voor ons niet meer stuk.

Zonde dat Tasman na zijn eerste contact met Maori Krijgers in hun prauwen onmiddellijk de steven heeft gewend om nooit meer terug te keren. Hoewel wij er ons iets kunnen bij voorstellen, want het spel van intimideren beheersen de Maori’s als geen ander, blijkt uit hun krijgsdansen, tot schrik van de toeschouwers op de eerste rij. (Wij dus)

Hun prauwen, gemaakt van de grootste bomen, zijn kunstig versierd met houtsnijwerk, d? kunstuiting van de Maori’s. De grootste prauw die daar ligt weegt maar liefst 6 ton en wordt door 80 roeiers voortbewogen. Indrukwekkend geval. Al met al een leuk bezoek en een rustige dag.

Morgen gaat de tocht der tochten weer verder richting het noorden.

We gaan niet naar cape Reinga hebben we besloten. 200 km rijden om twee zeeën te zien botsen (Tasmanzee en Stille oceaan) vinden we wat teveel van het goede. ‘s Morgens in de keuken probeert een NZse ons op andere gedachten te brengen: de kaap is een must see vlgs. haar. Even getwijfeld, maar nee, doen we niet. Uurtje later op een terrasje aan de Whangaroa bay, komen we Nederlanders tegen en ook volgens hen is het iets dat we niet mogen missen. Nu dan toch maar, anders blijven we met dat gevoel zitten. Ik zie daar ineens ook vier dames in het paars met rode hoeden. Kan niet missen en ja hoor inderdaad Red Hatters. “Doubtless girls from the doubtless bay”. Even een praatje en een foto natuurlijk! Ze zijn dus echt over de hele wereld, leuk!
We gooien de plannen om en rijden naar het noorden. Op het laatst is het landschap prachtig en speciaal en ook de kaap is wel leuk. Toch geen spijt van. We slapen op een camping aan de weg dichtbij het noordelijkste punt, omdat we met de camper helaas niet naar de kleine campings aan de baaitjes kunnen. Allemaal smalle gravelwegen waar we ons niet aan wagen. Eigenlijk hadden we net zo goed vrij kunnen gaan staan, was even veilig geweest!

Langzaam zakken we af richting Auckland vanwaar we terugvliegen. Nog anderhalve week.....einde komt in zicht helaas.




Van vulkanen en hobbits

6 maart

Vandaag beginnen we met de verkenning van de vulkanische en geothermische bezienswaardigheden van NZ. Rotorua is onze eerste, en ook meest bekende halte. Het wordt dus een hele kunst om de grootste toeristen kuddes te mijden. Daar waar bussen, boten, vliegtuigjes en helikopters zijn, zijn ook onze o zo talrijke aziatische vrienden te vinden. Wegblijven daar en in de nabije omgeving. Daar waar alleen de benenwagen uitkomst biedt is de massa weg en kunnen we rustig kijken en fotograferen. Rotorua is een kleine stad gelegen aan een meer. Het is wonderlijk hoe overal, tot midden in de stad toe, blubberende modderpoelen, borrelend water, sissende spleten en stomende gaten van allerhande afmetingen te vinden zijn. De neusgaten worden voortdurend geprikkeld door een geur die afkomstig lijkt van rottende eieren: zwavel dus. ( eindelijk eens een voordeel als je niet kunt ruiken ha,ha) Een deel van het grotendeels blauwe meer is melkwit geworden door zwavel die gekristalliseerd is. En om de feestvreugde compleet te maken was er vandaag een kleine aardschok te voelen in de stad. Het zal je stad maar wezen.

Dit is ook het gebied waar de Maori’s talrijk aanwezig zijn. Her en der in de stad vonden we pareltjes van kunstig houtsnijwerk waarmee de Maori’s hun kerkjes en scholen versieren. Echte kunstwerkjes die dus niet alleen in musea te vinden zijn.

De volgende dag bezoeken we nog vlug een nationaal park waar alles blubbert, borrelt en spuit in alle mogelijke kleuren. Het weer schijnt overmorgen sterk te veranderen en dit hoogtepunt willen we nog even meemaken met goed weer. Dus: 6 uur, vroeg uit de veren, want we willen de toeristenstroom voor zijn in het nationale geothermische park. Het lukt. We kunnen met gemak onze camper parkeren en zijn één van de eersten bij “Lady Knox” de geyser die op haar betere dagen tot 20m hoog spuit. We hebben geluk. De lady heeft er zin in vandaag. We zijn onder de indruk van de kracht! Daarna wandelen we door het park. Strikt verboden en levensgevaarlijk om het pad te verlaten, want de ondergrond is erg instabiel door alle thermische activiteiten. Niet dat iemand ook maar enige aandrang voelt daartoe. De botsing van twee aardplaten veroorzaakt niet alleen aardbevingen maar trekt ook een brede strook van de oostkust tot de westkust van het noordereiland vol verticale spleten die diep de aarde ingaan en waarlangs van alles naar boven komt, niet alleen warmte en stinkende dampen, maar ook zwavel, arsenicum, allerhande metalen, kortom, een hele lijst vol. Met als gevolg een enorme kleurenpracht dwars door het bosrijke terrein heen. Het lijkt soms echt op een schilderspalet. Prachtig mooi. Napratend over deze voor ons unieke ervaring hebben we ‘s avonds de camper lekker vrij neergezet aan de rand van een meer. Het zal jullie vast niet verbazen dat dit een gewezen overjarige vulkaan is, van behoorlijke omvang overigens, maar waarboven zich nu de voorspelde dreigende donkere wolken samenpakken. Als dat maar niet tot een uitbarsting komt.

En ja hoor, wat heeft het geregend en gewaaid vannacht. Wel lekker knus in de camper. Als we ‘s morgens wakker worden giet het nog steeds. Echt een dag om de hele dag in bed te blijven! Maar dat doen we niet! We rijden door naar het Tongariro national park met 3 klassieke vulkanen, waarvan mt Ruapehu (mount Doom in LOTR) 2800m hoog is, waarop nog sneeuw ligt en ‘s winters geskied wordt.
Het valt mee met de regen, maar er staat een koude wind. Boven zul je niet kunnen blijven staan en daarom is de wandeling naar de top afgelast. De temperatuur is er -7.

En dan: vandaag gaat het gebeuren, de wandeling naar 2 kratermeren, dicht bij de mt Ruapehu, een actieve vulkaan van 2300 m hoog.
In 1998 heeft hij zijn laatste visitekaartje afgegeven middels een uitbarsting. Het beeldmateriaal daarvan hebben we in het infocentrum kunnen zien. Het was geen lavastroom maar roodgloeiende brokken materiaal die de lucht werden in geslingerd en die nu nu her en der verspreid in het terrein liggen.
Het is een ruig landschap dat bij donkere luchten heel dreigend overkomt zoals in de film. Helaas, de wolken waren er wel maar niet zo dreigend als we gehoopt hadden. Wel laag genoeg om de top aan het zicht te onttrekken. Heel even was de kratermond min of meer te zien en dat hebben we vlug kunnen vastleggen.
Na 7 uren zuchten en steunen, wat zijn die hellingen toch steil (vooral op een mindere dag), waren we terug beneden alwaar deze keer geen tafeltje was om te reserveren. Dat hebben we dan maar zelf gedekt. Om nadien ook nog dit verslag te maken.
Vakantie is soms hard werken!

De volgende dag hadden we het vizier gericht op mt. Taranaki ( of de westerse naam mt. Egmont), het prototype van een vulkaan, 200 km verderop, gelegen aan de westkust. Maar vóór vertrek konden we niet aan de verleiding weerstaan eerst nog een koffie te gaan drinken in een chique hotel in Engelse koloniale stijl. De lounge met zijn spiegels en kroonluchters waren volgens onze reisgids het bezoeken waard. Het is nu toch wat vergane glorie maar wel leuk om de fantasie even te laten op inwerken.
En dan met frisse moed op pad. We wilden de vulkaan benaderen via een binnenweg (130km lang ) met de mooie naam “ the forgotten world highway “. Tijdens de laatste kilometers zouden we de vulkaan prachtig in beeld krijgen als beloning voor het lijden dat eraan voorafging. Dit is misschien ietwat overdreven maar zo smal en bochtig hadden we het nog niet gehad. Anderhalve rijstrook is krap als je de tegenligger niet kan zien aankomen. Het mag dan een vergeten wereld zijn, een haastige boer kom je altijd wel tegen. Het fantastische gemiddelde van 25 km/h was de eindscore van deze tocht door een verlaten maar prachtig gebied.
In plaats van in Zuid-Amerika kan de rally Parijs-Dakar beter hier verreden worden.
Halverwege was er plots een dorpje, een spookdorpje wel te verstaan, met een in gebruik zijnd hotel-annex bar- in westernstijl.
Het terras zat vol motorrijders, type stoere boys, die een ouder echtpaar de dag van hun leven bezorgden met een rondrit in een trike.(3 wielig motorvt). Gelukkig voor hun was de kans op alcoholcontrole langs deze weg vrij klein.
Het zoeken van een camping is een donker avontuur geworden. Gelukkig konden we nog een goed indiaas restaurantje vinden want de puf om te koken was ver te zoeken.

Helaas hebben we ons doel niet gehaald. Het regende niet, zoals voorspeld was, maar de wolken hingen super laag.
En alle wolken die er waren bleken zich verzameld te hebben rond de vulkaan. We hebben gewacht, ons verplaatst, opnieuw gewacht, gesmeekt en gedreigd, het mocht niet baten. Mt Taranaki, een flinke jongen van 2500 m, was volledig van de aardbodem verdwenen.
Volgens de foto in onze reisgids is het een hele mooie vulkaan. Het zal wel, we hebben er niks van gezien!
Het gebakje in de patisserie van het nabijgelegen stadje was erg lekker. Weg met de teleurstelling.

Waitomo is het centrum van de Nieuw Zeelandse onderwereld. Dat is ons volgende doel. De streek is vergeven van de grotten. De kalksteen, ook bovengronds ruimschoots aanwezig in de vorm van kliffen, was een gewillig slachtoffer voor het vele water. Wat is nou bijzonder aan dit uitgestrekte grottenstelsel.
Sommige plafonds hangen vol met duizenden glimwormen, die in niets lijken op de europese glimwormen.
Hier zijn het de larven van een mug, die negen maanden lang (sic) aan een kleverige draad hangen. Met hun lichtjes lokken ze insecten naar zich toe die verstrikt raken in de wirwar van draden en zo tot voedsel dienen tot de larven verpoppen.
Het is een mooi spektakel om daar in een bootje onderdoor te glijden in het duister. Een perfecte sterrenhemel onder de grond. We waren gelukkig vroeg, zodat wij in alle rust van die pracht konden genieten. Buiten hoosde het inmiddels, zodat we onze wandeling maar hebben afgelast.
We gaan dan maar terug en rijden richting onze volgende bestemming: Matamata. Onderweg stoppen we om door het beroemde vogelreservaat te lopen en vogels te spotten. We lopen door een prahctig bos druipend van de regen, maar dat past wel bij een regenwoud. We horen allerhande vreemde vogel geluiden die je bij ons niet hoort, maar we zien ze niet!
Onderweg gaan we kamperen aan een meer en we staan vrij, helemaal alleen. Dat is zó heerlijk!

's Morgens bij het ontbijt zien we meer vreemde, mooie vogels dan gisteren in het reservaat ha, ha.
Vandaag wordt hobbit dag. We gaan naar Matamata, daar waar de opnames gemaakt zijn van de Gauw uit de LOTR. Het is warempel mooi weer aan het worden onderweg, terwijl de ochtend nog grijs begon. Zon, wolken en blauwe lucht. Als we in Matamata aankomen zakt de moed ons in de schoenen, er staan wel erg veel auto’s. Maar het valt mee. Omdat Gilbert niet zo'n hobbit fan is, ga ik alleen en daardoor kan ik snel met een rondleiding mee. Zo leuk om echt door de set te lopen, terwijl de gids aanwijst waar welke scène in de film zich afgespeeld heeft. Was echt genieten voor mij! Ook vertelt ze allerhande wetenswaardigheden van tijdens de opnames. Leuk!
Na nog een lekker ijsje gegeten te hebben rijden we door richting de Coromandel, waar we op een camping dicht bij de zee gaan staan. We zijn een beetje laat maar het is hier zo handig dat er op de campings overal een grote keuken hebt. Met ovens, grill, magnetron. Op die manier kun je soms lekker snel een maaltijd maken.


Van Napier naar de onbewoonde wereld

Woensdag 1 maart

Vandaag vooral gereden. Napier is bijna 300 km. en op deze wegen is dat geen sinecure. We zijn mooi op tijd op een camping aan de zee en wat een prachtige plaats hebben we! Boven op het “duin” met aan alle kanten uitzicht. We kijken zo over de zee en zien Napier liggen. Echt boffen.

Morgen met de bus naar Napier. Dus op tijd er uit. Prachtig weer, een van de weinige keren dat we buiten in het zonnetje kunnen ontbijten, heerlijk. Om 10.30 met de bus mee die vlakbij de camping stopt. Koffie en thee op terras en dan op zoek naar het art nouveau centrum voor een plattegrond en een wandeling van 2 uur door de stad. Blijkt het centrum niet meer op het adres te zitten, maar even later lopen we er toch tegenaan. Op die manier lopen we wat gerichter en krijgen we via het gidsje uitleg over elk gebouw. Mooie stad, Waar ook veel auto's rondrijden uit de twintiger jaren van de vorige eeuw. We eten onze lunch op een mooie plek aan de zee en willen vast even kijken waar de enige bus vanmiddag vertrekt. Jeetje wat een gedoe! Niemand die het weet en op allerhande bushaltes die we zien staat niet het goede nummer. We lopen ons suf en gaan uiteindelijk naar het info centrum, waar ze ons de weg wijzen. Dan vinden we wel dat we een ijsje verdiend hebben. Bij een ijswinkel die allerhande prijzen gekregen heeft, zelfs nog in 2016 als beste ijs van NZ. Woow, genoten van dit lekkere ijs!

Nog een terrasje om af te sluiten en dan weer terug naar de camping.

Gilbert trommelt me de volgende morgen uit bed door te zeggen dat de zon net opkomt. Dat moet ie geen twee keer zeggen, maar het is vals alarm. Ze komt net van boven een grote wolk die boven de horizon hangt en ze is gewoon geel, geen mooi licht of zo.
We zeggen vaarwel tegen onze prachtige kampeerplek. Vullen water, legen de wc, tanken goed vol, wisselen de gasfles voor een volle en onderweg doen we boodschappen. Zo, alles gevuld, klaar voor het verlaten gebied van de oostkust. In Gisborn tanken we nog eens vol. Voor 4 dagen avondeten in huis. Echt zo’n gevoel even niets en niemand nodig te hebben, heerlijk.

We rijden langs een prachtige weg, deels langs de kust deels door middelhoge bergen en niet druk. We stoppen tegen vijven op een camping aan de zee bij Tolaga bay, waar de langste pier van NZ is. We vinden dat we een wijntje verdiend hebben en drinken die op een bankje aan de zee, gezellig. Dan lopen we nog even over de pier voor foto’s en komen daar een vader met dochter en vriendin tegen en raken natuurlijk aan de praat. Zo leuk dat de meeste NZeelanders dat doen! De zoveelste zoon van een Nederlandse immigrant die we tegenkomen. Even later met weer een andere man aan de praat op de pier.
Rustig avondje en dan naar bed. Morgen verder langs de oostkust, maar hopen dat het weer zo prachtig blijft!

Zeker de meest vieze camping die we tot nu toe gehad hebben. Ik was me in de camper, zo vies is alles. We zijn op tijd weg en rijden langs een prachtige weg omhoog langs de kust. Nog altijd stralend weer. Willen een koffietje doen ergens, maar dat lukt hier niet. Je kunt wel merken dat het niet erg toeristisch is. In Tikitiki stoppen we om de Saint-Mary's church te bekijken vol met houtsnijwerk van Maori’s. Heel erg apart en mooi.
We vervolgen onze weg naar Te Araroa en ergens tussenin komen we een heel leuk koffie tentje tegen waar ze ook allerhande Manuka honing (soms meer dan 100$ per pot!) en thee verkopen. Aardige vrouw en een mooie tuin waar we lekker koffie en thee drinken. Ik koop dan ook een zakje thee, gewoon voor de fun. Manuka zou een helende werking hebben voor van alles en nog wat. Baat het niet het schaadt ook niet ha, ha.

In Te Araroa aangekomen eten we pal aan de zee onze lunch op. Een prachtige plek waar we ook nog 2 albatrossen zien. We missen hier wel de grootste pohutukawa boom. Niet gevonden. We lopen een eind langs de zee met de voeten door het water, heerlijk. Verder langs de prachtige ruige kustweg. Ik wilde zo graag naar de macadamia farm, maar die is helaas gesloten. Jammer.
We kamperen vlak bij Opotiki. We installeren ons en zijn echt helemaal afgepeigerd. Kennelijk is het rijden hier toch enorm vermoeiend.

Morgen verder naar Rotorua waar de modder borrelt. We zijn benieuwd naar al die thermische krachten daar.


Van Zuid naar Noord

Na eerst over de langste hangbrug van NZ gelopen te zijn bezoeken gaan we op 25 febr. het Abel Tasman park verkennen, vernoemd naar onze hollandse ontdekkingsreiziger. We laten ons door een watertaxi afzetten in één van de vele azuurblauwe baaitjes. We krijgen er zowaar een “ bounty gevoel “ van. En dat gevoel houden we de hele dag want we volgen nu 7 uur lang (!) een kust track die ons voortdurend vanaf wisselende hoogtes uitzicht biedt op de azuurblauwe baaien en lagunes met mooie stranden. De geheugenkaarten van onze camera’s lopen langzaam vol.
Helaas hebben we ook moeten ervaren dat de gemiddelde backpacker ongeveer 50 jaar jonger is en heel wat minder moeite heeft met dit warme pad dwars door het regenwoud. De waarderende blikken die we kregen waren een schrale troost voor ons vermoeide lijfje.
Gelukkig waren we zo slim geweest om ‘s avonds een tafeltje te reserveren in een restaurant. Het vooruitzicht van een glas Chardonnay bij een bord “ green lipped mussels “ hield ons vrolijk op de been. En ze waren inderdaad lekker.

We hebben ondertussen een goede indruk gekregen van al het moois dat het Zuidereiland te bieden heeft en ook al meerdere keren te horen gekregen dat het Noordereiland heel anders is. Op weg naar Picton dus, de enige plaats waar de veerboot genomen kan worden. Het zijn landschappelijk mooie kilometers rond de talloze baaien en lagunes. Een mooier afscheid kunnen we ons niet wensen.
Wanneer we de prijs van de overtocht te horen krijgen begrijpen we opnieuw waarom de Nieuw Zeelanders, ondanks hun band met Engeland, toch voor de dollar als munteenheid hebben gekozen: je kan dan mooie dollartekens in de ogen krijgen. We blijven ons verbazen over de prijzen die met name aan toeristen gevraagd wordt, maar we moeten het ermee doen.
Van de 31/2 uren durende overtocht varen we ongeveer anderhalf uur door een uitgestrekte fjord met allerhande vertakkingen en eilanden. Een prachtig spektakel. We worden gewoon verwend!

De volgende dag gaan we Wellington bezoeken. Staat bekend als een winderige en regenachtige stad. Maar een windstil zonnetje lacht ons toe.
Terrasjesweer dus. Vrij snel vinden we dicht bij alle bezienswaardigheden en een trendy verbouwd stukje haven “de ideale uitkijkpost”, om onder het genot van…., het leven van de hoofdstad te observeren.
Uiteindelijk maken we ons los van de gezellige drukte en gaan we richting “Te Papa”, het bekendste museum van Nieuw Zeeland. Bij een havenkom wordt onze aandacht getrokken door een groepje opgewonden kijkers. Tot onze verbazing zien we 4 grote pijlstaartroggen rustig in het water zweven terwijl verderop wat jongelui in het water rondzwemmen. Zwemmen is hier blijkbaar niet zonder risico.
Inderdaad een prachtig museum. We zijn heel wat wijzer geworden over de werking en de krachten die vrijkomen bij aardbevingen en vulkanen, een steeds terugkerend gespreksonderwerp in NZ. En na een vleugje Maori cultuur zijn we gaan ronddwalen langs de belangrijkste gebouwen van de stad, op zoek naar het hoogtepunt waar Elsje verlangend naar uitkeek: “Possum”. Dat is een dier dat een echte plaag is in NZ , maar ook een winkel in Wellington die alleen maar kledij verkoopt gemaakt van Merinowol vermengd met de pels van possum. Een must voor iedere vrouw die er warm en elegant bij wil lopen. Operatie geslaagd en gevierd met een lekkere maaltijd in een trendy restaurant.

Na Wellington staat Napier op de agenda. Voor de volgende keer.....





Hier zijn we weer!

Ons verslag heeft even op zich laten wachten. Soms is het inernet niet goed en soms zijn weook gewoon te moe....

12 februari “ de Catlins “ met Nugget point en Roaring bay.

De weg er naartoe was buiten verwachting grotendeels geasfalteerd. Steenslagwegen mogen we nl niet berijden met de camper. Eventuele schade is voor eigen risico.

Stoeiende pelsrobben waren er volop te bewonderen. Dat die beesten ook steile rotswanden beklimmen om ergens rustig te kunnen slapen is werkelijk verbazingwekkend. Nooit voor mogelijk gehouden.

Ruige, rotsachtige en desolate kust. Ideale nestelplaats voor reuzegrote albatrossen met drie meter spanwijdte. Wat een vogel.

Alleen de geeloogpinguins waren niet op de afspraak. Volgende keer wordt het een blauwoogpinguin. De weg naar de natuurcamping had nog een verrassing in petto: 20km omleiding via, je raadt het, steenslagwegen. En er was echt geen andere mogelijkheid. Balen.

13 februari

Vandaag verlaten we de Catlins definitief. Doen toch wat aan de westkust van Schotland denken, inclusief de vele schapen. Maar de pinguins passen niet in het Schotse plaatje. En eigenlijk zou je ze ook hier niet verwachten want we zijn hier op een breedtegraad die het spiegelbeeld is van die van Bordeaux.

Na een rijkelijk beregende dag bereiken we het fjordengebied van NZ. waar we overmorgen een boottocht gaan maken door “ doubtful sound”, een van de mooiste fjorden.

14 februari.

Een “ rust en was “ (en regen) -dagje. We hopen op beter weer morgen .

15 februari

Van de 16 fjorden in het zuiden zijn er maar 2 te benaderen door de gemiddelde toerist: één via de weg en de tweede via een stuwmeer. De andere zijn alleen te bereiken via de oceaan. We kunnen nog een boottocht boeken via internet gelukkig.

Het stuwmeer waar we eerst overheen moeten om bij de eigenlijke fjord te komen lijkt in alles op de fjord zelf behalve dat het waterpeil 180m hoger ligt, goed voor een aardige hoeveelheid electriciteit. Met de bus door het regenwoud, wat indrukwekkend dicht is. Smal modderpaadje, maar de chaufeur kent de weg gelukkig goed. Beneden wacht een nieuwe boot op ons om de fjord te verkennen. Wanneer de laaghangende wolken zich uiteindelijk gewonnen geven ontwikkelt zich toch nog een aardig schouwspel. Door de enorme regenval, 6 tot 9 meter (je leest het goed), zijn de steile wanden heel dicht begroeid. Af en toe doen zich boomlawine’s voor door de geringe houvast die de wortels hebben. Dat plantaardig afval en het vele zoete water dat van de bergen stroomt blijft boven het zwaardere zeewater drijven en zorgt voor een heel bijzondere biotoop in deze fjorden. Helaas zijn de dolfijnen en de pinguïns opnieuw op vakantie! Een pelsrob gezien that's all.

16 februari. “ Milford sound”

Met gevulde voorraadkasten zijn we naar de Milford Sound (fjord) getrokken want zoals verwacht is het uitgedraaid op een overnachting in de vrije natuur. Heerlijk, stoppen waar het kan, en alles bij de hand.

De zon was strak aanwezig vandaag en de besneeuwde bergen verscholen zich niet achter de wolken. Dit maakt heel veel uit in de beleving van zo’n monumentaal stuk natuur.

Toch hebben we ons allebei al eens afgevraagd waarom de natuur hier zo’n indruk maakt op ons. Komt het omdat deze zo ruig en ongerept is of omdat er zo weinig sporen zijn van menselijke aanwezigheid en ingrijpen? Het zal zeker een rol spelen.

17 februari-18 februari

Dan richting Queenstown, de stad van het avontuur en de adrenaline.

's Avonds Queenstown bezocht en een dikke ijs gegeten. Jeetje wat een porties! Wat een leuke sfeer in de stad. Het is druk en overal wordt er opgetreden in de straten.

Het bungeejumpen is er ontwikkeld door een Nieuw Zeelander die er een wereldbedrijf van gemaakt heeft. Alle mogelijke gekke sporten zijn hier te beoefenen en de concentratie jeugdige durfals is zeer hoog.

Het heeft ook zijn invloed op het gezelschapsleven in de stad. Leuk om zich eens in onder te dompelen. Het aperitief en het diner hebben we in een wel erg gemêleerd gezelschap doorgebracht: een local, Schot, Ier, Australiër en wijzelf en op de achtergrond een knauwende Amerikaan, engels in alle mogelijke varianten.

19 februari

Op advies van de Schot van gisterenavond rijden we langs het meer richting Glenorchy. Ook weer prachtig mooi, zeker bij zulk prachtig weer!

Verder naar Arrowtown. Voorbeeld van goudgraversstad, 50 gebouwen uit 19e eeuw. Viel beetje tegen was wel erg toeristisch. Wel mooie wol gekocht. (Precies de kleuren van de jas uit Parijs, Els. Heb ik de jas wel niet, heb ik toch een trui in die kleuren ha,ha)

Wa passeren de Kawarau bridge. Bungeejumpen van een hangbrug uit 1880. De een na de ander dukt de diepte in, al of niet gepaard gaand met een gil. Dat ze dat durven!!!

20 februari

We staan op met orachtig weer gelukkig! Vandaag staat de Haast pass op de planning: met 563m de laagste pas. Wat een pracht, we raken niet uitgekeken op de knalblauwe meren en de bergen.

19 en 20 februari,

twee prachtige, zonnige en fotogenieke dagen. Ideaal weer om dwars door de Alpen naar de westkust te rijden met de camera’s in de aanslag. We blijven ons verbazen hoe onaangetast de natuur ook in een ontwikkeld land nog kan zijn. Reden waarom de “ Milka reclame met de paarse koeien in de alpenweide “ hier is opgenomen.

We hopen dat de passaatwinden niet te veel wolken naar de westkust voeren want die hebben de slechte gewoonte daar al hun vocht te lozen omdat ze de bergen niet overkunnen.

Het zou ons het zicht ontnemen op de enorme gletschers die er zijn ontstaan. De weersvoorspellingen zijn helaas niet goed.

21 februari

En inderdaad. De voorspellingen blijken juist te zijn. Maar we hebben geluk. We kunnen gebruik maken van een droge periode om de wandeling naar de Fox glacier te maken, één van de bekendste gletschers aan de westkust.

Door de enorme hoeveel heden vocht die hier worden aangevoerd zijn er zowel ( gematigde ) regenwouden als gletschers en die raken elkaar hier, wat een unieke situatie schijnt te zijn. Doordat ook hier de gletschers zich terugtrekken en afsmelten is ook goed te zien wat een schurende en schavende werking zo’n ijsmassa heeft op de bergwanden.

Wel een behoorlijk rommeltje. De gletscher is meer bruin en vies dan blauw helaas. De Frans Josef gletscher moeten we overslaan, de wolken zijn inmiddels super laag komen hangen en het begint opnieuw te regenen helaas. Gelukkig vinden we een orachtige camping vlak aan zee waar we de dag afsluiten op het strand met een glaasje wijn.

22 febr.

De laaghangende wolken doen ons besluiten Arthur's pass niet te doen. We zouden er niets van zien met dit weer. Jammer maar helaas, niet alles kan.

We rijden door naar de pancake rotsen. Doordat lagen kalk afgewisseld worden met kleiafzettingen krijg je een verschillende erosie waardoor de rotsen de vorm aannemen van op elkaar gestapelde pannenkoeken. Erg apart en foto geniek. Foto's volgen later, want we krijgen maar weinig mb's op deze camping.

Opnieuw een camping vlak aan zee bij Westport. Op naar het Tasmanpark voor we de oversteek maken naar het Noordereiland.

Jullie horen nog van ons!




22februari

Mount Cook

Eindelijk weer eens internet, dat lijkt hier een zeldzaamheid te zijn. Leuk al jullie reacties, geeft toch het gevoel een beetje contact te hebben met het thuisfront!

Wij genieten van het bijzondere landschap. Rijden van Kaikura door zwaar beschadigd landschap ( de effecten van de aardbeving zijn hier heel goed te zien) weer terug zuidwaarts. Wandelen door een oerbos, waar je je als mens heel klein voelt tussen al die oude, grote reuzen! Dan door naar Mount Cook. Onze doorsteek naar de andere kant door de bergen stellen we even uit vanwege de laaghangende bewolking. "4 seasons in one day" wordt hier van het klimaat gezegd en dat klopt wel een beetje. De ene dag is het 30 graden, de volgende ochtend nog maar 10. Een dagje regen ook ondertussen, maar verder fris, redelijk helder weer.

Voor we bij Mt. Cook aankomen kamperen we eerst aan het Lake Tekapo. Jeetje zó turquoise blauw heb je water nog nooit gezien. De kleur komt vanwege het sediment van de gletschers "gletschemeel" genoemd. We maken een pittige wandeling naar boven waar we prachtig uitzicht hebben over de hele streek.

Mount Cook is indrukwekkend mooi. Zoals Gilbert terecht zei was die dag een dag om in te lijsten. Alleen maar mooie dingen gezien en dan ' s avonds nog genoten van een heldere sterrenhemel. Geprobeerd foto's van te nemen, hopen maar dat die gelukt zijn.

Dan naar de kust. Als we dan geen walvissen gezien hebben, dan toch pinguïns hopen we. Geduldig als we zijn ( ja,ja) bijna twee uur gewacht tot ze 's avonds aan land kwamen. Helaas een hele kleine soort (40 cm max) maar we hebben ze gezien!! Als we bereid waren dik te betalen, hadden we ze dichterbij kunnen zien, maar dat staat ons een beetje tegen. Het toerisme hebben ze hier wel ontdekt hoor, als ze kunnen, vragen ze idiote prijzen voor iets wat gewoon natuur is. Maar ja..

Via de Mouraki boulders rijden we door naar Dunedin. De boulders zijn enorme ronde keien die wel 4 meter doorsnee hebben en 60 miljoen jaar geleden gevormd zijn door chemische processen in de zeebodem. Ze zijn naar boven gekomen door erosie. Is toch bijzonder te weten dat je naast iets zó ouds staat.

Dunedin blijkt een heel mooie stad te zijn met nog veel huizen uit de tijd van de eerste kolonisatie. Er hangt een gezellige sfeer. Lekker uit eten geweest en nu verder op weg naar de fjorden in het zuiden.

PS de Nieuw Zeelanders zijn enorm vriendelijk. Iedereen begint een een praatje en als ze horen dat je een rondreis maakt worden ze alleen maar enthousiaster. Een paar keer al hebben we gemerkt dat sommigen nog goed Nederlands spreken! Hun ouders zijn dan b.v. naar hier gekomen. Dus we moeten wel blijven opletten wat we zeggen, soms kunnen ze ons zomaar toch verstaan ;-) In het verkeer zijn ze een ramp, dan zijn ze nog ondeguldiger dan ik, dan weet je het wel hè?

Op weg naar Moby Dick.

3 februari

Vandaag gaan we de camper ophalen en kan het echte werk beginnen: 2 maanden rondzwerven in N.Z.

Tegen onze verwachting in krijgen we ditmaal een bijna nieuwe camper in onze handjes: 10.000km op de teller, pas ingereden dus. Els helemaal in haar nopjes. Moet ze niet gelijk gaan soppen zoals vorige keer. En als toetje was hij nog van een hogere klasse ook. Een hoopvolle start dus.

Eerst de voorraadkasten gevuld en dan de hort op.

De Banks Peninsula is ons eerste reisdoel: een vulkanisch eiland dat geleidelijk , door gletscher sediment, aan het vasteland is vastgegroeid.

De eerste nacht wordt gelijk vrij kamperen want de campings blijken vol te zijn omdat het een bijzonder lang weekend is. Door stom toeval komen we via een klein eng weggetje op een pas terecht vanwaar we de omgeving in al zijn glorie kunnen observeren: de bergen, een meer en de baai die naar Christchurch leidt, in het licht gezet door een mooie ondergaand zon. Een mooi einde van een geslaagde dag.

Zaterdag 4 februari

Een druk weekend is geen woord gelogen. Meteen een goede test voor ons beider rijvaardigheid. Op de smalle, bochtige en bergachtige wegen moeten we iedere seconde bij de les zijn. Het is duidelijk dat de nieuw zeelanders

fervente kampeerders zijn. De scholen zijn afgelopen maandag opnieuw begonnen en nu alweer trekken ze er massaal op uit. Maar het is niet echt een verrassing voor ons.

‘s Avonds wordt het opnieuw vrij kamperen, maar niet zo alleen als de avond ervoor. “ no vacancy “ geldt nl voor iedereen.

Morgen op naar de walvissen!

Zondag 5 februari

Kaikoura, aan de oostkust van het zuidereiland, is een mondiale hotspot om walvissen te observeren. Het is het soort moby dick dat 10 minuten aan de oppervlakte blijft om zijn longen vol te pompen voor de volgende duik van een half uur naar de voedselrijke diepte. Voldoende tijd dus voor observatie en foto’s en spektakel.

Wat is nu het geval. Kaikoura was het epicentrum van de laatste aardbeving en die heeft onder meer de zeebodem vlak voor de kust naar boven geduwd. De boten met walvis gluurders zoals wij kunnen nu nog alleen maar met hoog water de haven verlaten. Een enorme wachtlijst tot half maart is het gevolg. En 600€ voor een helikoptervlucht vinden wij als Oud Zeelanders te veel van het goede.